Skip to Content
📄 2.5 Kwaliteitsverbetering en blijvend leren

2.5 Kwaliteitsverbetering en blijvend leren


1

2.5.0 Opgave:

Jeugdigen en ouders moeten erop kunnen vertrouwen dat de zorg die zij ontvangen passend is en hen daadwerkelijk helpt. Er is steeds meer kennis over wat werkt in de jeugdhulp, maar ze is versnipperd beschikbaar en we passen haar lang niet altijd toe. Er zijn ook veel richtlijnen en kaders, maar ook die sluiten niet altijd op elkaar aan en worden niet door iedereen onderschreven. Dit vraagt om een stevige kwaliteitsimpuls in de sector en het creĂ«ren van randvoorwaarden om blijvend te kunnen leren en elkaar blijvend verder te kunnen helpen om de noodzakelijke hervormingen tot stand te brengen. 
De toetssteen van kwaliteit is de hulpvraag van een jeugdige en/of diens ouders/opvoeders. Bij hulp wordt altijd de context meegenomen, zoals het gezin, de school en de wijk. Effectiviteit betekent: ‘alleen hulp bieden die daadwerkelijk bijdraagt aan het realiseren van de doelstelling die de jeugdige en/of opvoeder met de professional vaststelt’.

2

Het is de ambitie dat in 2028:

  1. a) de jeugdhulp kan bouwen op een stevige gezamenlijke structuur en cultuur waarin voortdurend leren en veranderen vanzelfsprekend is;
  2. b) van een substantieel deel van de jeugdhulp is vastgesteld wat aantoonbaar werkt en dit aantoonbaar in de praktijk wordt toegepast, en dat hetgeen dat aantoonbaar niet werkt aantoonbaar niet wordt toegepast;
  3. c) voor belangrijke delen van de jeugdhulp kwaliteitskaders bestaan.

3

Om te doen wat nodig is maken we de volgende bestuurlijke afspraken over te nemen maatregelen:

4

2.5.1 Een praktijk van kwaliteit in 2028: onderschrijven van de principes

De ambitie is dat aan het eind van de implementatie van de Hervormingsagenda in 2028 de jeugdhulp een stevige structuur en cultuur kent van kennisontwikkeling en 
-toepassing. Alle partijen bij de Hervormingsagenda hebben een verantwoordelijkheid in de kwaliteitsverbetering. De afspraken zijn gebaseerd op de adviezen van de werkgroepen ‘Kwaliteit & Effectiviteit’ en ‘Leren, Ontwikkelen & Kennisinfrastructuur’ zoals opgeleverd in december 2021. Kern is dat het advies van de Kwartiermaker ‘Kwaliteit en blijvend leren in de jeugdhulp, van praten naar doen’ van november 2022, wordt opgevolgd. Hieronder volgen de belangrijkste afspraken uit dit advies:

5

Afspraken over de leidende principes:

6

Alle partijen werken vanuit onderstaande leercyclus van vier leidende principes waardoor leren en verbeteren vanzelfsprekend wordt.
1. Het werkelijk samen verbinden aan de opgave;
2. Het maken van een gezamenlijke analyse, doelbepa-ling en aanpak; 
3. Gebruik maken van de kennis over wat wel en wat niet werkt; 
4. Meten om te verbeteren in het kader van de maat-schappelijke opgave.

Gedurende de looptijd van de Hervormingsagenda doorlopen betrokken partijen gezamenlijk op verschillende onderwerpen en thema’s deze cyclus. Dit gebeurt aan de hand van een in 2023 op te stellen meerjarige implementatie- en onderzoeksagenda 


7

  1. Alle betrokken partijen hebben een verantwoordelijkheid bij het werken aan kwaliteit en effectiviteit. Bovendien gebeurt het leren niet op Ă©Ă©n plaats of moment: dat vraagt voortdurende inzet van allerlei betrokkenen en een duidelijke verantwoordelijkheid van partijen uit de vijfhoek:
    1. Jeugdigen en ouders vormen een toetssteen voor kwaliteit: wanneer voegt de hulp waarde toe in hun leefwereld? 
    2. Professionals bieden hulp door de verbinding aan te gaan met de jeugdige en het gezin, te analyseren wat er aan de hand is en wat het doel is van de hulp. Ze kiezen een aanpak en handelen volgens de professionele standaard (beroepscode, richtlijnen, veldnormen).
    3. Werkgevers/aanbieders borgen de kwaliteit die hun professionals leveren en bieden hiervoor de benodigde randvoorwaarden.
    4. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bieden van een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp en waarborgen de kwaliteit van de uitvoering van de jeugdhulp dit onder andere door hierover passende afspraken te maken bij inkoop, inclusief de benodigde randvoorwaarden. 
    5. Het Rijk is verantwoordelijk voor de werking van het stelsel en de maatschappelijke uitkomsten.
  2. Professionals, aanbieders en gemeenten “doen wat werkt”. Ze passen kennis over kwaliteit en effectiviteit toe in de praktijk, rekening houdend met de context; de leefwereld van een gezin en wijk, gemeente of regio. De optimale behandelduur is een onderdeel van effectiviteit. Als er onvoldoende kennis beschikbaar is, wordt onderzoek gedaan. 
8

2.5.2 Kwartiermaker, onderzoeksagenda en kennisinfrastructuur

Essentieel voor de slagen van de ambitie is dat de huidige vrijblijvendheid rond kennisontwikkeling en -toepassing verdwijnt. Daarom zijn afspraken over werkwijzen, besluitvorming, commitment en aantoonbare implementatie in de praktijk randvoorwaardelijk. De ambitie om kwaliteit en effectiviteit te versterken vraagt een structurele en continu investering in tijd en geld.

9

Afspraken:

  1. Het advies van de Kwartiermaker ‘Kwaliteit en blijvend leren in de jeugdhulp, van praten naar doen’ van november 2022 beschrijft een werkstructuur die het fundament is waarop de sector kan steunen bij het werken aan kwaliteit, die borgt dat de huidige vrijblijvendheid verdwijnt en die een cultuur van blijvend leren stimuleert. Partijen onderschrijven de opzet van deze werkstructuur:
    1. Het gaat om een blijvende inrichting en governance voor het borgen en doorontwikkelen van kwaliteit en effectiviteit in de jeugdzorg. Deze werkstructuur staat los van de in te richten governancestructuur gericht op implementatie van de afspraken van de Hervormingsagenda, maar zal hieraan wel rapporteren;
    2. Er wordt een werkorganisatie ingericht waarin inhoudsdeskundigen van de partijen van de Vijfhoek gezamenlijk werken aan kwaliteit. Deze mensen zijn voor 50% van hun tijd werkzaam in de werkorganisatie en voor 50% van de werkweek bij hun thuisorganisatie. In de werkorganisatie worden gezamenlijk besluiten genomen. Ook vanuit kennisinstituten worden mensen ingezet in de werkorganisatie en er wordt een programmaleider benoemd;
    3. Besluiten die niet in de werkorganisatie kunnen worden genomen en die belangrijk zijn voor het vasthouden aan en het uitwerken van de afgesproken koers, worden genomen door de bestuurlijke portefeuillehouders kwaliteit van betrokken organisaties. Zij geven op inhoud sturing en dragen gezamenlijk bestuurlijke verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelstellingen en aantoonbare implementatie; 
    4. Er wordt een Adviesraad opgericht. Deze Adviesraad heeft een agenderende functie binnen de leerbeweging. De Adviesraad representeert de belangrijkste wetenschappelijke disciplines, ervaringsdeskundige ouders en jongeren en professionals die hun praktijkwerk combineren met onderzoek. De Adviesraad agendeert opgaven op basis van maatschappelijke thematiek.
  2. De afspraak is dat deze werkstructuur in de loop van 2023 operationeel wordt. De werkorganisatie gaat in 2023 aan de slag met het volgende:
    1. Een voorstel voor een gezamenlijke set gedragen kwaliteitskaders voor de jeugdhulp op basis van de bestaande kaders voor kwaliteit waar de partijen zich aan committeren. Daarbij wordt inzichtelijk gemaakt wat nodig is voor toepassing in de praktijk en inkoop/contractering, bijvoorbeeld implementeren, de-imple-menteren, doorontwikkelen etc. Partijen committeren zich aan acties die moeten worden ondernomen. De uitvoering van de afspraken worden gemonitord zodat na verloop van tijd geëvalueerd en geleerd kan worden;
    2. Professionals bieden hulp. In hun werk is tijd en ruimte nodig om te leren. De werkorganisatie doet voorstellen voor aanpassingen in de praktijk die hieraan bijdragen en biedt daarvoor zo nodig ondersteuning;
    3. De werkorganisatie maakt in 2023 een meerjarige implementatie- en onderzoeksagenda. Implementatie van bestaande kennis staat hierbij voorop. Innovatie is een onderdeel van de implementatieagenda. De implementatieagenda beschrijft welke kennis de komende jaren met de grootste urgentie geĂŻmplementeerd gaat worden. Er staan werkwijzen, interventies of methoden in waarvan is afgesproken dat die toegepast worden omdat we weten dat het werkt en omgekeerd, wat niet meer wordt toegepast omdat het niet werkt. 


Terug naar hoofdstuk 2