Skip to Content
📄 Hoofdstuk 5. Pleegzorg

Hoofdstuk 5. Pleegzorg

Samenvatting en Duiding van Hoofdstuk 5 (Artikelen 5.1 tot 5.5) van de Jeugdwet

Artikel 5.1: Voorwaarden voor Pleegcontracten

Dit artikel beschrijft de voorwaarden waaraan pleegouders moeten voldoen om een pleegcontract met een pleegzorgaanbieder te sluiten. Deze voorwaarden omvatten leeftijd, afronding van een voorbereidings- en selectietraject, en het bezit van een verklaring van geen bezwaar van de Raad voor de Kinderbescherming. Er is ook een beoordelingsproces voorafgaand aan de plaatsing van een jeugdige in het pleeggezin.

Artikel 5.2: Inhoud van het Pleegcontract

Het pleegcontract moet afspraken bevatten over de verzorging en opvoeding van de jeugdige en de begeleiding die pleegouders ontvangen van de pleegzorgaanbieder. Voor pleegoudervoogden is er een beperkte begeleiding voorzien.

Artikel 5.3: Vergoedingen voor Pleegouders

Pleegouders ontvangen een vergoeding voor de verzorging en opvoeding van de jeugdige. Deze vergoeding bestaat uit een basisbedrag, eventuele toeslagen of kortingen, en een vergoeding voor bijzondere kosten. De regels over de hoogte en omstandigheden van deze vergoedingen worden vastgesteld door de Ministers.

Artikel 5.4: Informatieverstrekking aan Pleegouders

Pleegzorgaanbieders verstrekken pleegouders noodzakelijke informatie over de jeugdige die relevant is voor de verzorging en opvoeding. Dit kan ook gezondheidsinformatie omvatten.

Artikel 5.5: Beëindiging van Pleegzorg na 18 Jaar

Wanneer een jeugdige van 18 jaar of ouder besluit de pleegzorg te beëindigen, moet hij/zij dit melden aan de pleegouders en de pleegzorgaanbieder. Vervolgens zegt de pleegzorgaanbieder het pleegcontract op.


Wettekst hoofdstuk 5


Geraadpleegd op 06-12-2023.
Geldend van 01-07-2023 t/m heden

Hoofdstuk 5. Pleegzorg

Artikel 5.1

1.   De pleegzorgaanbieder sluit een pleegcontract met een pleegouder indien deze voldoet aan de volgende voorwaarden:

a.   de pleegouder heeft ten minste de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt;

b.   de pleegouder is niet tevens door de pleegzorgaanbieder belast met de begeleiding van een pleegouder;

c.   de pleegouder heeft met goed gevolg een door de pleegzorgaanbieder aangeboden voorbereidings- en selectietraject afgerond, en

d.   de pleegouder beschikt over een verklaring van geen bezwaar die is afgegeven door de raad voor de kinderbescherming, waaruit blijkt dat er geen bezwarende feiten en omstandigheden zijn voor de plaatsing van een jeugdige. Deze voorwaarde is van overeenkomstige toepassing op alle personen van twaalf jaar en ouder die als inwonenden op het adres van de pleegouder staan ingeschreven. De verklaring is vereist voorafgaand aan de plaatsing van een eerste jeugdige, bij een wisseling van pleegzorgaanbieder, bij de komst van nieuwe inwonenden en indien de pleegouder gedurende twee jaren geen pleegouder is geweest.

 

2.   De pleegzorgaanbieder beoordeelt voorts of de jeugdige in het gezin van de pleegouder kan worden geplaatst, gelet op de leeftijd en de problemen van de jeugdige, de samenstelling van het gezin van de pleegouder en de verwachte duur van de plaatsing. Deze beoordeling vindt plaats voorafgaand aan de sluiting van het pleegcontract en aan de plaatsing van de jeugdige in het gezin van de pleegouder.

3.   Indien de betrokkene de jeugdige reeds verzorgt en opvoedt voorafgaand aan het sluiten van een pleegcontract, kan in afwijking van het eerste lid, onder c en d, en het tweede lid, aan de in die artikelonderdelen bedoelde voorwaarden worden voldaan binnen dertien weken nadat een pleegcontract is gesloten, mits de betrokken pleegzorgaanbieder daarbij oordeelt dat de verzorging en opvoeding van de jeugdige door betrokkene niet schadelijk is voor de ontwikkeling van de jeugdige. De betrokkene heeft er recht op dat de pleegzorgaanbieder binnen dertien weken na het sluiten van het pleegcontract vaststelt of aan de in de eerste volzin bedoelde voorwaarden is voldaan. Zodra tijdens die periode blijkt dat niet aan de voorwaarden zal worden voldaan, kan het pleegcontract onverwijld beëindigd worden.

Artikel 5.2

1.   Het pleegcontract bevat in ieder geval afspraken omtrent de wijze waarop de verzorging en opvoeding van de desbetreffende jeugdige door de pleegouder worden uitgevoerd en de begeleiding die zij daarbij ontvangen van de pleegzorgaanbieder.

2.   De afspraken over de begeleiding van een pleegoudervoogd beperken zich tot een begeleiding van één gesprek per jaar, tenzij de pleegoudervoogd verzoekt om meer begeleiding.

Artikel 5.3

1.   Een pleegzorgaanbieder verstrekt aan een pleegouder een vergoeding voor de verzorging en opvoeding van de in het gezin van de pleegouder geplaatste jeugdige, bestaande uit een basisbedrag, welk bedrag kan worden vermeerderd met een toeslag, of verminderd met een korting. Daarnaast verstrekt een pleegzorgaanbieder een vergoeding van bijzondere kosten aan pleegouders.

2.   Bij regeling van Onze Ministers worden regels gesteld over:

a.   de hoogte van het basisbedrag en het maximale bedrag van de toeslagen, welke bedragen voor de onderscheiden leeftijdscategorieën van jeugdigen kunnen verschillen;

b.   de omstandigheden waaronder een toeslag of een korting wordt verleend of toegepast;

c.   de dagen waarover het basisbedrag en de toeslagen worden verleend en de kortingen worden toegepast, en

d.   de vergoeding van bijzondere kosten die de pleegouder maakt ten behoeve van de jeugdige, waaronder de gevallen waarin bijzondere kosten worden vergoed.

 

Artikel 5.4

De pleegzorgaanbieder verstrekt aan de pleegouder in het belang van de verzorging en de opvoeding van de desbetreffende jeugdige, zo nodig zonder toestemming en zo mogelijk voorafgaand aan de plaatsing, inlichtingen inzake feiten en omstandigheden die de persoon van de jeugdige of diens verzorging of opvoeding betreffen en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van de taak van de pleegouder. Deze inlichtingen kunnen mede omvatten gegevens over gezondheid.

Artikel 5.5

1.   Indien een jeugdige die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, de pleegzorg wenst te beëindigen, informeert hij zijn pleegouders en de pleegzorgaanbieder daarover.

2.   Nadat een jeugdige de pleegzorgaanbieder heeft geïnformeerd als bedoeld in het eerste lid, zegt de pleegzorgaanbieder het pleegcontract dat ten behoeve van die jeugdige is afgesloten schriftelijk op.