Skip to Content
📄 Bijlage 3 Investeringstabel

Bijlage 3 Investeringstabel


Onderstaande tabel geeft weer van welke investeringen uit is gegaan onderliggend aan de verschillende maatregelen die zijn afgesproken in de Hervormingsagenda. Deze investeringen zijn onderdeel van de reeks uit het meerjarig financieel kader en van de inschattingen van de besparingsopbrengsten per maatregel (zie bijlage 2). Ze zijn dus niet aanvullend op de financiële afspraken. De keus voor gemeentefonds of VWS-begroting is gemaakt op basis van de huidige inschatting van de uitvoering. De investeringen die gemaakt worden uit het gemeentefonds lopen mee in de reguliere verdelingssystematiek van het gemeentefonds. De middelen vanuit de VWS-begroting worden via nader te bepalen instrumenten vanuit de VWS-begroting ingezet (subsidies, opdrachten, etc.). De investeringsreeksen zijn een zo goed mogelijke inschatting van de investeringen die nodig zijn om de maatregelen lokaal en regionaal uit te voeren, maar in de praktijk kunnen de uitgaven, net als de besparingen, anders uitvallen. Het is aan gemeenten om hier zo goed mogelijk mee om te gaan en het zo in te zetten dat dit ten goede komt aan de lokale en regionale ontwikkeling binnen de beweging die we met elkaar willen maken zoals geschetst in deze Hervormingsagenda. Dit geldt uiteraard ook voor VWS en de VNG voor de landelijke impulsen.

 Verder is het van belang op te merken dat voor de maatregel ‘Versterken normale leven/veerkracht jeugdigen en hun omgeving’ (zie paragraaf 2.3 en hieronder B16) geen investeringen zijn opgenomen vanuit de Jeugdmiddelen. Voor nadere toelichting op deze maatregel zie de tekst van de Hervormingsagenda. Daartegenover staat dat het kabinet op verschillende terreinen zoals onderwijs, bestaanszekerheid en domeinoverstijgende samenwerking (IZA) investeert.

 NB: naast deze investeringstabel is er jaarlijks ook €9 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de Hervormingsagenda. Deze wordt ingezet om de overkoepelende activiteiten uit de Hervormingsagenda uit te voeren zoals dataverzameling, monitoring en ook ondersteunende werkzaamheden, projecten en onderzoeken worden hieruit gefinancierd. Deze middelen zijn/worden vanuit het gemeentefonds overgeheveld naar de VWS-begroting.

Toelichting per maatregel

  1. Versterken bestaanszekerheid
    Brede invoering van domeinoverstijgend werken via 
    de Doorbraakmethode, via maatwerkbudgetten en/of andere succesvolle voorbeelden van domeinoverstijgend werken;
  2. Brede invoering praktijkondersteuner jeugd bij de huisarts
    Voor het invoeren van een praktijkondersteuner jeugd bij de huisarts zullen er ook investeringen gedaan moeten worden. De opgave uit de Hervormingsagenda laat zien wat er netto bespaard kan worden, maar hier staat ook een investering tegenover; 
  3. Regionalisering
    Deze investering wordt gedaan om de regionalisering te versterken en hier valt zowel het standaardiseren van de uitvoering onder als het robuust maken van regio’s;
  4. Regionalisering II – Aanpak wachttijden
    De investeringen worden ingezet voor de aanpak van wachttijden (uitgevoerd door het OZJ). Het betreft een concrete regionale aanpak (via data, een systemische veranderopgave en directe concrete impact op micro-niveau) met een landelijke leernetwerk om de opgedane kennis en inzichten te delen en te borgen. De inzet komt volledig ten goede aan de deelnemende regio’s;
  5. Voorkomen en verkorten residentieel – Meerkosten kleinschalige voorzieningen
    De verwachting is dat kleinschalige voorzieningen per plaats structureel hogere kosten kennen dan de huidige grootschalige gesloten jeugdhulp. Om de ombouw en opbouw van kleinschalige voorzieningen te financieren kan de besparing worden benut die wordt gerealiseerd door de afbouw van grootschalige capaciteit als 
    minder jongeren uithuisgeplaatst worden in (gesloten) residentiële voorzieningen; 
  6. Voorkomen en verkorten residentieel – Frictiekosten en coördinatie
    Af- en ombouw vereist een bekostiging die rekening houdt met de tijdelijke kosten voor vastgoedombouw, leegstand, personeelsontwikkeling en tegenvallers. Landelijke sturing/coördinatie zorgt voor een voorspelbaar en zorgvuldig traject; 
  7. Normaliseren voogdijondersteuning
    Normaliseren van het beleggen van voogdij over jongeren bij een informeel steunfiguur. Daarbij is een investering nodig voor het opschalen van de werving/koppeling/ondersteuning, voor een collectieve WA-verzekering en voor het dekken van bijzondere kosten; 
  8. Selectie en contractering
    Om besparingen te realiseren op het terrein van onrechtmatig gebruik van jeugdhulp door aanbieders zal door gemeenten ook ingezet moeten worden door een selectie aan de voorkant van aanbieders. Dit vraagt relatief grote investeringen bij gemeenten om hier beter op toe te kunnen zien; 
  9. Investering kwaliteitsagenda en kwaliteitscyclus Om een stevige kwaliteitsimpuls in de sector te bewerkstelligen en het creëren van een structuur om blijvend te kunnen leren en elkaar verder te kunnen helpen en te stoppen met wat niet effectief is wordt er geïnvesteerd in kwaliteit;



Terug naar inhoudsopgave