Skip to Content

Visie op werkgelegenheid en de Hervormingsagenda Jeugd

Gaan we een nieuw boemerangeffect ontwikkelen?

De Hervormingsagenda Jeugd 2023-2028 zet hoog in op kwaliteitsverbeteringen binnen de jeugdhulp. Dit moet onder andere leiden tot een duurzaam en betaalbaar stelsel. Om tot duurzaamheid te komen is het doel om een reductie door te voeren in de Rijksbegroting van circa 15% (€1 miljard op circa €6,5 miljard). Aangezien de jeugdhulpsector voor ruim 80% uit arbeidskosten bestaat vertaald een dergelijke krimp zich naar verwachting in een vermindering van de werkgelegenheid van circa 15%.


Visie op werkgelegenheid

De koppeling tussen de beoogde kwalitatieve ontwikkellijnen (hoofdstuk 2 van de Hervormingsagenda), de financiële doelstellingen (bijlage 2) en de effecten op de werkgelegenheid zijn echter niet helder belicht en uitgewerkt in de Hervormingsagenda Jeugd. Stel dat de voorgestelde efficiëntieslag en kwaliteitsverbetering slaagt en er €1 miljard minder budget nodig is, dan zal dat een aanzienlijke krimp in werkgelegenheid betekenen. Als we 80% van de €1 miljard in personeelskosten veronderstellen en we nemen circa €80k personeelskosten op jaarbasis per gemiddelde (voltijd) medewerker, dan betekent dit grofweg 10.000 minder arbeidsplaatsen in de jeugdhulpsector. Dit zal niet (door lastenverlichting en procesvereenvoudiging) in het ondersteunend personeel en management worden gevonden en zal dus een effect hebben op de werkgelegenheid voor professionals. In de Hervormingsagenda is geen visie opgenomen op hoe, als de transformatieplannen slagen, een transitie van de werkgelegenheid eruit moet zien.


Verschuivende hulpvraag

De verwachting dat de vraag naar jeugdhulp simpelweg zal afnemen, is overigens niet in lijn met de realiteit van de afgelopen decennia. Het lijkt waarschijnlijker dat de vraag niet met 15% afneemt, maar zich grotendeels zal verplaatsen naar andere domeinen van het dagelijks leven, zoals de thuissituatie en het onderwijs, hetgeen inhoudelijk overigens een goede en de beoogde beweging is. Dit roept echter wel de vraag op hoe de hulpvraag in de nieuwe domeinen wordt opgevangen en hoe de toekomstige rol van de huidige jeugdhulpprofessionals en de inzet van hun expertise een plek heeft in een nieuwe context.


Risico op een nieuw boemerang-effect

Zonder een duidelijke visie op de verandering van de hulpvraag, het hulpaanbod en de werkgelegenheid, bestaat het risico dat we aan de vooravond staan van een transformatie die wellicht nieuwe vraagstukken oplevert of zelfs meer problemen zal veroorzaken dan oplost (zie het proefschrift Boemerang-effect van Sharon Stellard voor meer uitleg). Het is van cruciaal belang dat er een strategie wordt ontwikkeld die niet alleen vanuit de kwaliteit van de hulp is opgebouwd en de financiële aspecten adresseert, maar ook de consequenties voor professionals in kaart brengt.


De vraag voor nu is of we zonder een visie op deze kwestie niet een zoveelste transformatie in gang zetten die, ondanks de goede intenties, niet de verbeteringen zal opleveren die worden beoogd.

Zetten we samen de juiste stappen naar een toekomstbestendig jeugdhulpstelsel, waarin kinderen en gezinnen kunnen rekenen op hulp, als ze die dat hard nodig hebben, en zijn er straks voldoende goed opgeleide professionals om die hulp te bieden?

Onderzoek naar de opbouw van gebruik en kosten jeugdwet en de Hervormingsagenda
Onderzoek in opdracht van de VNG en het ministerie van VWS